Engels leren kan soms lastig zijn, zeker als je te maken krijgt met woorden die erg op elkaar lijken, maar toch een andere betekenis hebben. Vandaag kijken we naar twee woorden die vaak door elkaar gehaald worden: ability en capability. Hoewel ze allebei te maken hebben met kunnen, is er een subtiel verschil. Ability verwijst vaak naar een aangeboren talent of vaardigheid die je bezit, iets wat je goed kunt. Capability, daarentegen, beschrijft meer een potentieel, een vermogen om iets te doen, of de mogelijkheid die er is. Het is dus meer gericht op wat je zou kunnen doen, dan wat je daadwerkelijk kunt.
Laten we dit met voorbeelden verduidelijken:
Nog een voorbeeld:
Het onderscheid tussen ability en capability is subtiel en hangt vaak af van de context. Maar door goed naar de nuance te kijken, kun je het verschil steeds beter begrijpen.
Happy learning!