De Engelse werkwoorden "carry" en "transport" lijken misschien op elkaar, maar ze hebben toch verschillende betekenissen. "Carry" beschrijft het fysiek dragen of vervoeren van iets, meestal met de handen of op het lichaam. "Transport" daarentegen verwijst naar het verplaatsen van iets over een grotere afstand, vaak met behulp van een voertuig of ander middel. Het gaat dus meer om het proces van verplaatsen dan om de directe fysieke handeling.
Laten we eens kijken naar enkele voorbeelden:
- Carry: "I carry my bag to school every day." (Ik draag mijn tas elke dag naar school.) Hier draag je iets kleins en lichts met je eigen kracht.
- Carry: "The waiter carried the tray of drinks to the table." (De ober droeg het dienblad met drankjes naar de tafel.) Ook hier is het een directe, fysieke handeling.
- Transport: "The company transports goods all over the country." (Het bedrijf transporteert goederen door het hele land.) Hier gaat het om het verplaatsen van goederen over een aanzienlijke afstand, waarschijnlijk met vrachtwagens of treinen.
- Transport: "We need to transport the injured person to the hospital." (We moeten de gewonde persoon naar het ziekenhuis vervoeren.) Dit kan met een ambulance gebeuren, een proces van verplaatsing over een bepaalde afstand.
- Carry vs. Transport: "She carried her groceries home, but the supermarket transported them from the warehouse." (Ze droeg haar boodschappen naar huis, maar de supermarkt transporteerde ze vanaf het magazijn.) Dit voorbeeld laat het verschil heel duidelijk zien: "carried" beschrijft de fysieke handeling van dragen, terwijl "transported" verwijst naar het grotere logistieke proces van het verplaatsen van de goederen.
Het is belangrijk om de context te bekijken om te bepalen welk werkwoord je moet gebruiken. Als het gaat om een directe, fysieke handeling van dragen, gebruik dan "carry". Als het gaat om het verplaatsen van iets over een grotere afstand, vaak met behulp van een middel, gebruik dan "transport".
Happy learning!