"Clean" en "spotless" lijken misschien op elkaar, maar ze betekenen niet precies hetzelfde. "Clean" betekent gewoon dat iets vrij is van vuil, terwijl "spotless" een veel sterkere betekenis heeft: het impliceert niet alleen afwezigheid van vuil, maar ook een perfecte, onberispelijke staat. Denk aan het verschil tussen een schone kamer en een spik en span kamer. De eerste is "clean", de tweede is "spotless".
Laten we eens kijken naar een paar voorbeelden:
"I cleaned my room." (Ik heb mijn kamer opgeruimd.) Hier geeft "cleaned" aan dat de kamer vrij is van rommel en vuil, maar het hoeft niet perfect te zijn. Er kunnen nog steeds kleine stofjes liggen of een vlekje op de vloer.
"My car is spotless." (Mijn auto is vlekkeloos.) Hier geeft "spotless" aan dat de auto perfect schoon is, zonder enige vlek of onzuiverheid. Je zou je auto kunnen schoonmaken ("clean"), maar om hem "spotless" te noemen, moet hij echt perfect zijn.
Nog een voorbeeld:
"The kitchen is clean enough for dinner." (De keuken is schoon genoeg voor het avondeten.) Hier is de keuken schoon genoeg voor het beoogde doel, maar niet noodzakelijk perfect.
"Her white dress was spotless after the dry cleaning." (Haar witte jurk was vlekkeloos na het stomen.) Hier benadrukt "spotless" de absolute perfectie van de reinheid van de jurk.
Een ander verschil is dat "spotless" vaak wordt gebruikt voor dingen die van nature moeilijk schoon te krijgen zijn, zoals een witte jurk of een auto. Je zou minder snel zeggen "my socks are spotless," terwijl "my socks are clean" wel kan.
Happy learning!