"Convenient" en "suitable" lijken misschien op elkaar, maar ze hebben verschillende betekenissen. "Convenient" beschrijft iets dat makkelijk of handig is, terwijl "suitable" iets beschrijft dat geschikt of passend is voor een bepaald doel of situatie. Het draait dus om gemak versus geschiktheid.
Laten we eens kijken naar enkele voorbeelden:
Convenient: "The shop is conveniently located near the station." (De winkel is handig gelegen vlakbij het station.) Hier beschrijft "convenient" de handige ligging van de winkel. Het zegt niets over de winkel zelf, alleen over de locatie.
Suitable: "This dress is suitable for a formal event." (Deze jurk is geschikt voor een formeel evenement.) Hier beschrijft "suitable" de geschiktheid van de jurk voor een specifieke gelegenheid. Het gaat niet om het gemak, maar om de passendheid.
Nog een paar voorbeelden om het verschil te verduidelijken:
Convenient: "It's convenient to pay online." (Het is handig om online te betalen.) Het gemak van de online betaling staat centraal.
Suitable: "He's not suitable for the job." (Hij is niet geschikt voor de baan.) Hier gaat het om de geschiktheid van de persoon voor de baan, niet om het gemak.
Convenient: "A convenient time to meet would be tomorrow afternoon." (Een handig moment om af te spreken zou morgenmiddag zijn.) We zoeken een tijd die makkelijk is voor iedereen.
Suitable: "This software is suitable for beginners." (Deze software is geschikt voor beginners.) De software is geschikt voor het beoogde doelgroep.
Het is belangrijk om te onthouden dat "convenient" zich focust op gemak en "suitable" zich focust op geschiktheid. Als je twijfelt, denk dan na over wat je precies wilt zeggen: is het gemak of de geschiktheid het belangrijkste aspect?
Happy learning!