De Engelse woorden "dishonest" en "deceitful" lijken misschien op elkaar, maar er is een belangrijk verschil. "Dishonest" beschrijft in het algemeen iemand die niet eerlijk is, iemand die liegt of steelt. "Deceitful", daarentegen, beschrijft iemand die opzettelijk bedriegt, vaak door middel van misleiding of trucs. Het is dus een specifiekere vorm van oneerlijkheid.
Bijvoorbeeld:
- "He was dishonest about his age." (Hij was oneerlijk over zijn leeftijd.) Hier gaat het om het simpelweg niet vertellen van de waarheid.
- "She was deceitful in her dealings with the company." (Zij was bedrieglijk in haar omgang met het bedrijf.) Hier wordt gesuggereerd dat ze opzettelijk misleidende informatie gebruikte om haar eigen doel te bereiken.
Nog een voorbeeld:
- "The dishonest salesman sold me a faulty car." (De oneerlijke verkoper verkocht me een defecte auto.) De verkoper was oneerlijk, maar niet per se bedrieglijk – hij hield misschien de defecten gewoon verborgen.
- "The deceitful politician promised lower taxes, but never delivered." (De bedrieglijke politicus beloofde lagere belastingen, maar kwam zijn belofte niet na.) Hier zien we opzettelijke misleiding om stemmen te winnen.
Samengevat: Iemand die "deceitful" is, is altijd "dishonest", maar iemand die "dishonest" is, is niet altijd "deceitful". "Deceitful" impliceert een hoger niveau van opzet en manipulatie.
Happy learning!