Earn vs. Gain: Twee Engelse werkwoorden uitgelegd

De Engelse werkwoorden "earn" en "gain" lijken misschien op elkaar, maar ze hebben toch een subtiel verschil in betekenis. "Earn" gebruik je voor iets wat je verdient door te werken of inspanning te leveren, vaak met een financiële beloning. "Gain" daarentegen betekent meer algemeen iets verkrijgen of winnen, zonder dat er per se sprake is van inspanning of een financiële vergoeding. Het kan gaan om kennis, gewicht, populariteit, of iets anders tastbaars of ontastbaars.

Laten we dit met wat voorbeelden verduidelijken:

  • Earn:

    • English: "I earn €2000 a month."

    • Dutch: "Ik verdien €2000 per maand."

    • English: "She earned a promotion after working hard."

    • Dutch: "Zij verdiende een promotie na hard te hebben gewerkt."

    • English: "He earned a reputation for honesty."

    • Dutch: "Hij verdiende een reputatie van eerlijkheid." (Let op: hier is het "verdienen" in de zin van 'verwerven'.)

  • Gain:

    • English: "I gained five kilos over the holidays."

    • Dutch: "Ik ben vijf kilo aangekomen tijdens de vakantie."

    • English: "The company gained a lot of new customers."

    • Dutch: "Het bedrijf kreeg veel nieuwe klanten."

    • English: "She gained valuable experience during her internship."

    • Dutch: "Zij deed waardevolle ervaring op tijdens haar stage."

    • English: "The team gained a victory."

    • Dutch: "Het team behaalde een overwinning."

Zoals je ziet, is het verschil subtiel maar belangrijk. Bij "earn" is er altijd een gevoel van verdienste, vaak door inspanning. Bij "gain" is dat niet altijd het geval; het gaat meer om het verkrijgen van iets, ongeacht de inspanning. Probeer goed te letten op de context om te bepalen welk werkwoord je moet gebruiken.

Happy learning!

Learn English with Images

With over 120,000 photos and illustrations