De Engelse werkwoorden "extend" en "lengthen" lijken op het eerste gezicht erg op elkaar, en worden dan ook vaak door elkaar gebruikt. Beide woorden hebben te maken met het langer maken van iets, maar ze worden in verschillende contexten gebruikt. "Lengthen" verwijst specifiek naar het langer maken van iets dat al een bepaalde lengte heeft, zoals een stuk touw of een kledingstuk. "Extend" heeft een bredere betekenis; het kan verwijzen naar het langer maken van iets, maar ook naar het uitbreiden van iets anders, zoals een deadline of een aanbod.
Laten we eens kijken naar een paar voorbeelden:
Lengthen: "I need to lengthen my skirt; it's too short." (Ik moet mijn rok verlengen; hij is te kort.) Hier verwijst "lengthen" naar het fysiek langer maken van de rok.
Lengthen: "The days are lengthening as summer approaches." (De dagen worden langer naarmate de zomer nadert.) Hier beschrijft "lengthen" de toename van de duur van de dag.
Extend: "We've decided to extend the deadline for the project." (We hebben besloten de deadline voor het project te verlengen.) Hier verwijst "extend" naar het verlengen van een periode, niet van een fysiek object.
Extend: "He extended his hand to shake mine." (Hij stak zijn hand uit om mijn hand te schudden.) Hier betekent "extend" 'uitstrekken'.
Extend: "The company plans to extend its operations to Europe." (Het bedrijf is van plan zijn activiteiten uit te breiden naar Europa.) Hier verwijst "extend" naar het uitbreiden van een bedrijfstak, niet specifiek het langer maken van iets.
Zoals je ziet, is "lengthen" veel specifieker dan "extend". "Lengthen" gaat altijd over het langer maken van iets dat al een bepaalde lengte heeft. "Extend" heeft een veel ruimere betekenis en kan ook gebruikt worden voor het uitbreiden van iets anders dan alleen maar de lengte.
Happy learning!