De Engelse woorden "fail" en "collapse" lijken misschien op elkaar, maar ze betekenen eigenlijk iets heel anders. "Fail" betekent over het algemeen dat je iets niet lukt, dat je niet slaagt in een poging. "Collapse" daarentegen beschrijft een plotseling en vaak catastrofaal ineenstorten, zowel letterlijk als figuurlijk. Het is een veel dramatischer woord dan "fail".
Laten we eens kijken naar een paar voorbeelden om het verschil duidelijker te maken.
Fail:
Hier beschrijft "failed" het niet slagen van een actie (het bakken van een taart). Het is een relatief neutrale beschrijving.
Ook hier is sprake van het niet slagen, in dit geval voor een examen.
Collapse:
"Collapsed" beschrijft hier een plotseling en compleet ineenstorten van het gebouw. Het is een veel meer dramatische gebeurtenis dan een simpel "falen".
In dit geval beschrijft "collapsed" het plotseling falen van de onderhandelingen – een veel sterker beeld dan simpelweg te zeggen dat ze "failed". Het impliceert een complete instorting van het proces.
Merk op dat "collapse" ook kan verwijzen naar een lichamelijke instorting, zoals flauwvallen door uitputting. "Fail" wordt in deze context niet gebruikt.
Happy learning!