De Engelse woorden "fear" en "dread" worden vaak door elkaar gebruikt, maar er is wel degelijk een verschil. "Fear" beschrijft een algemene angst of bezorgdheid over iets wat mogelijk kan gebeuren, vaak iets concreets. "Dread", daarentegen, beschrijft een veel intensere en dieperliggende angst, vaak gepaard met een gevoel van onmacht en afschuw. Het is een angst voor iets wat zeker gaat gebeuren, of waarvan het gebeuren onvermijdelijk lijkt. Denk aan het verschil tussen bang zijn voor een toets (fear) en de intense angst voor de dood (dread).
Kijk naar deze voorbeeldzinnen:
Let op het verschil in intensiteit. Bij "fear" is er een zekere mate van controle, je kunt bijvoorbeeld extra studeren voor je rijexamen. Bij "dread" is er vaak een gevoel van machteloosheid; je kunt je angst voor de tandarts niet zomaar wegnemen. De angst is dieper geworteld en knaagt aan je.
Nog een paar voorbeelden:
Het is dus belangrijk om het juiste woord te gebruiken, afhankelijk van de intensiteit en de aard van de angst. "Dread" is een sterker woord dan "fear".
Happy learning!