Fear vs. Dread: Wat is het verschil?

De Engelse woorden "fear" en "dread" worden vaak door elkaar gebruikt, maar er is wel degelijk een verschil. "Fear" beschrijft een algemene angst of bezorgdheid over iets wat mogelijk kan gebeuren, vaak iets concreets. "Dread", daarentegen, beschrijft een veel intensere en dieperliggende angst, vaak gepaard met een gevoel van onmacht en afschuw. Het is een angst voor iets wat zeker gaat gebeuren, of waarvan het gebeuren onvermijdelijk lijkt. Denk aan het verschil tussen bang zijn voor een toets (fear) en de intense angst voor de dood (dread).

Kijk naar deze voorbeeldzinnen:

  • Fear: I fear failing my driving test. (Ik ben bang dat ik mijn rijexamen niet haal.)
  • Fear: She feared the dog would bite her. (Zij was bang dat de hond haar zou bijten.)
  • Dread: I dread going to the dentist. (Ik kijk er met angst tegenop om naar de tandarts te gaan.)
  • Dread: He dreaded the thought of losing his job. (Hij vreesde met angst en beven het idee om zijn baan te verliezen.)

Let op het verschil in intensiteit. Bij "fear" is er een zekere mate van controle, je kunt bijvoorbeeld extra studeren voor je rijexamen. Bij "dread" is er vaak een gevoel van machteloosheid; je kunt je angst voor de tandarts niet zomaar wegnemen. De angst is dieper geworteld en knaagt aan je.

Nog een paar voorbeelden:

  • Fear of spiders (Angst voor spinnen)
  • Dread of public speaking (Angst om in het openbaar te spreken)

Het is dus belangrijk om het juiste woord te gebruiken, afhankelijk van de intensiteit en de aard van de angst. "Dread" is een sterker woord dan "fear".

Happy learning!

Learn English with Images

With over 120,000 photos and illustrations