De Engelse woorden "gentle" en "tender" lijken misschien op elkaar, en worden soms door elkaar gebruikt, maar ze hebben toch subtiele verschillen in betekenis. "Gentle" beschrijft vaak een zachte, milde manier van doen of een zachte aanraking, terwijl "tender" meer verwijst naar een zachte, kwetsbare of gevoelige aard, vaak geassocieerd met emoties of fysieke toestand. Denk aan de zachtheid van een briesje ("gentle breeze") versus de zachte huid van een baby ("tender skin").
Laten we eens kijken naar enkele voorbeelden:
Gentle: "He had a gentle touch." (Hij had een zachte aanraking.) Hier beschrijft "gentle" de manier waarop hij aanraakte. Je kunt het ook gebruiken voor een zachtaardig karakter: "She's a gentle soul." (Zij is een zachtaardige ziel.)
Tender: "The meat was very tender." (Het vlees was erg mals.) Hier beschrijft "tender" de textuur van het vlees. Maar het woord kan ook emoties beschrijven: "She felt tender towards her lost pet." (Ze voelde zich teder ten opzichte van haar verloren huisdier.) Let op het verschil in gevoeligheid en emotionele kwetsbaarheid hier.
Nog een paar voorbeelden om het verschil te verduidelijken:
Door goed naar de context te kijken, zul je snel leren het juiste woord te gebruiken.
Happy learning!