De woorden "genuine" en "authentic" lijken erg op elkaar in het Engels, en worden vaak door elkaar gebruikt. Toch is er een subtiel verschil. "Genuine" beschrijft iets dat echt is, niet nep. Het benadrukt de echtheid van iets, vaak in de context van origineel zijn of niet namaak. "Authentic" daarentegen verwijst naar iets dat trouw is aan zijn oorsprong, of aan een bepaalde stijl of periode. Het impliceert vaak een gevoel van integriteit en betrouwbaarheid, verbonden met de herkomst of het karakter van iets.
Laten we dit met enkele voorbeelden verduidelijken:
Genuine:
Authentic:
Merk op dat in het voorbeeld van de diamanten ring, "authentic" minder goed zou passen. Je zou niet zeggen: "That's an authentic diamond ring." Het benadrukt niet de stijl of herkomst van de ring, maar de echtheid ervan. Andersom past "genuine" minder goed bij het schilderij. De authenticiteit van een schilderij hangt af van de herkomst en de maker, niet enkel de echtheid van de materialen. De sleutel is dus om te kijken naar wat je wilt benadrukken: de puurheid en echtheid (genuine) of de trouw aan oorsprong en stijl (authentic).
Happy learning!