"Minor" en "insignificant" lijken misschien op elkaar, maar ze hebben een subtiele, maar belangrijke betekenisverschil. "Minor" beschrijft iets dat klein of van minder belang is in vergelijking met iets anders. "Insignificant" daarentegen beschrijft iets dat zo klein of onbelangrijk is dat het eigenlijk geen enkele betekenis heeft. Het verschil zit hem in de graad van onbelangrijkheid. "Minor" suggereert nog steeds een zekere aanwezigheid, terwijl "insignificant" bijna volledige afwezigheid impliceert.
Laten we eens kijken naar enkele voorbeelden:
"He suffered a minor injury in the accident." (Hij liep een licht letsel op bij het ongeluk.) Hier is "minor" gebruikt om aan te geven dat het letsel niet ernstig was. Het letsel bestond wel, maar was niet groot.
"The difference in price was insignificant." (Het prijsverschil was onbeduidend.) Hier impliceert "insignificant" dat het prijsverschil zo klein was dat het geen verschil maakte in de beslissing. Het verschil was er wel, maar zo klein dat het geen enkele rol speelde.
"She had a minor role in the play." (Zij had een kleine rol in het toneelstuk.) Haar rol was wel degelijk aanwezig, maar niet zo prominent als de hoofdrollen.
"His contribution to the project was insignificant." (Zijn bijdrage aan het project was onbeduidend.) Zijn bijdrage was zo klein dat het geen merkbaar effect had op het eindresultaat. Hij had er eigenlijk niets aan toegevoegd.
Nog een voorbeeld om het verschil te verduidelijken: Stel je voor dat je een examen hebt gemaakt. Een "minor mistake" (een kleine fout) is een foutje dat je cijfer wellicht met een puntje verlaagt. Een "insignificant mistake" (een onbeduidende fout) is een foutje dat zo klein is dat het geen enkele invloed heeft op je cijfer.
Het is belangrijk om dit verschil te begrijpen om je Engels te verbeteren en om je gedachten helder uit te drukken.
Happy learning!