'Natural' en 'organic', twee Engelse woorden die vaak door elkaar worden gehaald, maar toch een verschillende betekenis hebben. 'Natural' beschrijft over het algemeen iets dat voorkomt in de natuur, zonder menselijke tussenkomst. 'Organic' daarentegen verwijst specifiek naar producten die geproduceerd zijn volgens bepaalde, strenge richtlijnen, zonder gebruik van synthetische pesticiden, kunstmest of genetisch gemodificeerde organismen (GMO's). Het is dus een veel specifiekere term.
Laten we dit met voorbeelden verduidelijken. Je zou bijvoorbeeld kunnen zeggen: "The river is a natural habitat for many fish." (De rivier is een natuurlijke habitat voor veel vissen.) Hier verwijst 'natural' naar iets dat van nature voorkomt. Aan de andere kant zou je zeggen: "I only buy organic vegetables." (Ik koop alleen biologische groenten.) Hier is 'organic' een certificering die aangeeft dat de groenten op een bepaalde manier zijn geteeld. Een product kan 'natural' zijn zonder 'organic' te zijn, maar een product dat als 'organic' wordt bestempeld, wordt meestal ook als 'natural' beschouwd.
Nog een voorbeeld: "She uses natural ingredients in her homemade soap." (Ze gebruikt natuurlijke ingrediƫnten in haar zelfgemaakte zeep.) Dit betekent dat de ingrediƫnten uit de natuur komen, maar het zegt niets over de manier waarop ze geproduceerd zijn. Vergelijk dit met: "He prefers to buy organic milk from local farmers." (Hij koopt liever biologische melk van lokale boeren.) Hier is de focus op de productiemethode en de certificering.
Denk aan het verschil als volgt: 'natural' is een algemene term, terwijl 'organic' een specifieke en gecontroleerde term is, vaak met een keurmerk gepaard gaand. Het onderscheid is belangrijk, vooral bij het kopen van voedsel.
Happy learning!