Het Engels kent veel woorden die op het eerste gezicht hetzelfde lijken te betekenen, maar toch subtiele verschillen hebben. 'Old' en 'ancient' zijn daar een goed voorbeeld van. Beide woorden betekenen 'oud', maar 'old' beschrijft iets dat gewoon niet meer nieuw is, terwijl 'ancient' verwijst naar iets heel erg oud, vaak met een historische of mythische connotatie. Ancient dingen zijn meestal uit een ver verleden en hebben vaak een bepaalde betekenis of waarde.
Denk bijvoorbeeld aan een 'old car'. Dat is gewoon een auto die al een tijdje oud is. (Engels: An old car. Nederlands: Een oude auto.) Maar een 'ancient civilization' is een beschaving uit een ver verleden, zoals de Egyptenaren of Grieken. (Engels: An ancient civilization. Nederlands: Een oude beschaving.) Het verschil zit hem dus in de tijdsspanne en de impliciete betekenis. 'Old' is relatief, 'ancient' is absoluut oud.
Hier nog een paar voorbeelden:
Let goed op de context om te bepalen of je 'old' of 'ancient' moet gebruiken. Het is vaak een kwestie van aanvoelen, maar door veel voorbeelden te lezen en te gebruiken, zul je het verschil steeds beter begrijpen.
Happy learning!