"Quality" en "standard" lijken misschien op elkaar, maar ze betekenen iets anders. "Quality" verwijst naar de goede eigenschappen van iets; hoe goed, mooi, of functioneel iets is. "Standard" daarentegen beschrijft een niveau, een norm of een verwachting waaraan iets moet voldoen. Het gaat dus om een vergelijking met een vooraf bepaalde norm, in plaats van een intrinsieke eigenschap.
Laten we eens kijken naar een paar voorbeelden:
"This car is of high quality." (Deze auto is van hoge kwaliteit.) Hier beschrijven we een intrinsieke eigenschap van de auto: hij is goed gemaakt, duurzaam, misschien zelfs mooi.
"This car meets the safety standards." (Deze auto voldoet aan de veiligheidsnormen.) Hier vergelijken we de auto met een vooraf bepaalde norm. De auto voldoet aan de wettelijke of door de fabrikant gestelde eisen op het gebied van veiligheid.
Nog een voorbeeld:
"The quality of the food was excellent." (De kwaliteit van het eten was uitstekend.) We beoordelen hier het eten op basis van zijn smaak, versheid, presentatie etc.
"The restaurant didn't meet our standards." (Het restaurant voldeed niet aan onze verwachtingen/normen.) Hier vergelijken we het restaurant met onze eigen verwachtingen of met een bepaalde norm (bijv. een Michelinster).
Een ander belangrijk verschil is dat "quality" vaak gradueel is. Je kunt iets van "high quality," "medium quality," of "low quality" hebben. "Standard" is meer binair: je voldoet aan de standaard of je voldoet er niet aan. Hoewel je wel van "higher standards" kunt spreken, impliceert dit niet dat een standaard op zich een graduele kwaliteit heeft, maar eerder dat de vereiste normen strenger zijn.
Het is dus belangrijk om het verschil te begrijpen tussen de intrinsieke waarde ("quality") en de voldoening aan een norm ("standard") om je Engels te verbeteren.
Happy learning!