De Engelse werkwoorden "reach" en "arrive" betekenen allebei 'aankomen', maar ze worden in verschillende situaties gebruikt. "Reach" suggereert vaak dat je een specifieke plek of doel bereikt hebt, vaak na een reis of een inspanning. "Arrive" is meer algemeen en geeft simpelweg aan dat je ergens bent aangekomen. Denk aan het verschil tussen het bereiken van een bestemming en het aankomen op een plek.
Bijvoorbeeld:
- "I reached the top of the mountain." (Ik bereikte de top van de berg.) Hier beschrijft "reach" het succesvol bereiken van een doel na een inspanning.
- "We arrived at the station." (We kwamen aan op het station.) Hier beschrijft "arrive" simpelweg het aankomen op een locatie.
Nog een paar voorbeelden:
- "She reached her goal of becoming a doctor." (Zij bereikte haar doel om dokter te worden.) Hier is "reach" gebruikt in de context van het bereiken van een doel of ambitie.
- "The train arrived late." (De trein kwam te laat aan.) "Arrive" wordt hier gebruikt voor een algemene aankomst, zonder nadruk op inspanning of een specifiek doel.
Let op dat "reach" vaak gevolgd wordt door een locatie die een punt of doel aangeeft, terwijl "arrive" vaak gevolgd wordt door een locatie die een plek, gebied of punt is.
- "I reached the coast." (Ik bereikte de kust.)
- "I arrived in London." (Ik kwam aan in Londen.)
Happy learning!