De Engelse woorden "scale" en "measure" lijken misschien op elkaar, maar ze hebben verschillende betekenissen. "Scale" verwijst vaak naar een schaalverdeling of een rangorde, terwijl "measure" meer te maken heeft met het meten van iets concreets. "Scale" kan ook een weegschaal betekenen, maar "measure" niet. Het verschil is subtiel, maar belangrijk om te begrijpen voor een goede beheersing van het Engels.
Laten we eens kijken naar enkele voorbeelden:
Scale: "I need to scale down my project." (Ik moet mijn project verkleinen.) Hier verwijst "scale" naar het aanpassen van de omvang. "The map has a scale of 1:100,000." (De kaart heeft een schaal van 1:100.000.) Hier beschrijft "scale" de verhouding tussen de kaart en de werkelijkheid. "She weighed herself on the scale." (Ze woog zichzelf op de weegschaal.) Hier is "scale" een weegschaal.
Measure: "Can you measure the length of the table?" (Kun je de lengte van de tafel opmeten?) Hier wordt "measure" gebruikt voor het meten van een concrete afmeting. "We need to measure the impact of the new policy." (We moeten de impact van het nieuwe beleid meten.) Hier meet je een effect, een abstracte grootheid. "He measured the flour carefully." (Hij mat de bloem zorgvuldig af.) Hier beschrijft "measure" het afmeten van een hoeveelheid.
Hier nog een paar voorbeelden om het verschil te illustreren:
Incorrect: "I measured the model on the scale." (Ik mat het model op de weegschaal.) - Dit is incorrect, want je weegt iets op een weegschaal ("scale"), niet meet je het. Je zou kunnen zeggen: "I weighed the model on the scale." (Ik woog het model op de weegschaal.)
Correct: "I measured the ingredients with a scale." (Ik mat de ingrediƫnten af met een weegschaal.) - Hier is "measure" correct, omdat het het afmeten van de hoeveelheden beschrijft.
Door goed naar de context te kijken, zul je snel leren het verschil tussen "scale" en "measure" te herkennen.
Happy learning!