Schedule vs. Timetable: Twee Engelse woorden die vaak door elkaar worden gehaald!

De woorden 'schedule' en 'timetable' worden in het Engels vaak door elkaar gebruikt, maar er is wel degelijk een verschil. 'Schedule' verwijst over het algemeen naar een planning van activiteiten, vaak met een zekere flexibiliteit. Het kan gaan om een overzicht van taken, afspraken of evenementen, die niet per se op een specifiek tijdstip hoeven plaats te vinden. 'Timetable' daarentegen is een meer gedetailleerd en rigide schema, meestal met specifieke tijden en data voor elke activiteit. Denk aan een treinschema of het rooster van een school.

Laten we dit met een paar voorbeelden verduidelijken:

  • Schedule: "I have a busy schedule this week." (Ik heb een druk schema deze week.) Dit betekent dat er veel te doen is, maar het geeft geen specifieke tijden aan.

  • Schedule: "The conference schedule includes a keynote speech and several workshops." (Het congresprogramma omvat een keynote speech en verschillende workshops.) Hier geeft het woord 'schedule' een overzicht van de activiteiten, zonder specifieke tijden.

  • Timetable: "The train timetable shows that the next train departs at 14:30." (Het treinschema laat zien dat de volgende trein om 14:30 vertrekt.) Hier is de tijd cruciaal.

  • Timetable: "My school timetable is packed with classes and exams." (Mijn schoolrooster zit vol met lessen en examens.) Dit is een strak schema met vaste tijden.

Een andere manier om het verschil te onthouden is dat een 'schedule' meer gericht is op wat er moet gebeuren, terwijl een 'timetable' zich focust op wanneer dingen moeten gebeuren. Hoewel er overlap kan zijn, is de nadruk anders.

Happy learning!

Learn English with Images

With over 120,000 photos and illustrations