Solid vs. Sturdy: Twee Engelse woorden die vaak verward worden

"Solid" en "sturdy" lijken op het eerste gezicht misschien synoniemen, maar er zit wel degelijk een verschil tussen deze twee Engelse bijvoeglijke naamwoorden. "Solid" beschrijft iets dat stevig en compact is, vaak zonder holtes. "Sturdy" beschrijft daarentegen iets dat sterk en robuust is en goed bestand is tegen slijtage en schade. Het draait dus om de aard van de stevigheid. "Solid" focust meer op de interne structuur, terwijl "sturdy" meer de algehele duurzaamheid en weerstand benadrukt.

Laten we dit met een paar voorbeelden verduidelijken:

  • Solid: "This is a solid oak table." (Dit is een massieve eiken tafel.) Hier beschrijft "solid" de dichte, compacte structuur van de eikenhout. Het suggereert dat de tafel geen holtes heeft.

  • Sturdy: "He built a sturdy little house." (Hij bouwde een stevig klein huis.) Hier benadrukt "sturdy" de kracht en duurzaamheid van het huis, zijn vermogen om te weerstaan aan wind en regen. Het zegt niets over de interne structuur.

Een ander voorbeeld:

  • Solid: "The foundation of the building is solid rock." (De fundering van het gebouw is vast gesteente.) De nadruk ligt op de stevigheid en compactheid van het gesteente.

  • Sturdy: "The child carried a sturdy backpack." (Het kind droeg een stevige rugzak.) Hier refereert "sturdy" naar de robuustheid en het vermogen van de rugzak om zware spullen te dragen zonder kapot te gaan.

Je kunt je voorstellen dat een "sturdy" voorwerp ook "solid" kan zijn, maar een "solid" voorwerp hoeft niet per se "sturdy" te zijn. Een massieve blok beton ("solid") kan bijvoorbeeld gemakkelijk breken ("not sturdy").

Happy learning!

Learn English with Images

With over 120,000 photos and illustrations