De woorden 'system' en 'structure' lijken misschien op elkaar, en ze worden soms door elkaar gebruikt, maar ze hebben wel degelijk verschillende betekenissen. 'System' verwijst naar een georganiseerd geheel van onderling verbonden onderdelen dat een bepaald doel dient. Denk aan een computersysteem, een spelsysteem of het zonnestelsel. 'Structure' daarentegen beschrijft de manier waarop iets georganiseerd is, de opbouw of de vorm. Het gaat dus meer om de rangschikking en de relaties tussen de onderdelen, ongeacht of die onderdelen samenwerken om een specifiek doel te bereiken.

Laten we dat met voorbeelden verduidelijken. Een 'solar system' (zonnestelsel) is een 'system' omdat het bestaat uit verschillende planeten, manen en asteroïden die samenwerken (of beter gezegd: door hun onderlinge gravitatiekracht met elkaar verbonden zijn) binnen een bepaald systeem. De 'structure' (structuur) van het zonnestelsel beschrijft dan weer de manier waarop de planeten rond de zon draaien, hun posities ten opzichte van elkaar, en de algemene vorm van het hele systeem.

Nog een voorbeeld: een 'school system' (schoolstelsel) is het gehele systeem van scholen en onderwijsinstellingen in een land, met hun regels en procedures. De 'structure' (structuur) van dat schoolstelsel beschrijft hoe het onderwijs is georganiseerd, bijvoorbeeld op welke leeftijd je naar welke school gaat, de verschillende niveaus in het onderwijs, etc.

Een zin met 'system': "The company implemented a new accounting system." (Het bedrijf implementeerde een nieuw boekhoudsysteem.)

Een zin met 'structure': "The building has a complex internal structure." (Het gebouw heeft een complexe interne structuur.)

Kijk ook eens naar deze zinnen:

"The political system is failing." (Het politieke systeem faalt.) "The family structure is changing." (De gezinsstructuur verandert.)

De nuance tussen 'system' en 'structure' is subtiel, maar door goed naar de context te kijken, kun je het verschil begrijpen.

Happy learning!