"Tend" en "lean" lijken misschien op elkaar, maar ze betekenen eigenlijk iets heel anders. "Tend" heeft te maken met een neiging of gewoonte, terwijl "lean" verwijst naar een fysieke positie of een abstracte richting. Met andere woorden: "tend" beschrijft een gedragspatroon, terwijl "lean" meer over een richting of steunpunt gaat. Dit verschil is belangrijk om te begrijpen om je Engels te verbeteren.
Laten we eens kijken naar enkele voorbeelden. "Tend" wordt vaak gebruikt met "to" gevolgd door een infinitief.
Hier beschrijft "tend" een gewoonte, een neiging van de spreker. Vergelijk dit met "lean":
Hier beschrijft "lean" een fysieke actie: iemand leunt tegen een muur. Je kunt ook "lean" gebruiken in een figuurlijke zin:
Hier beschrijft "lean" een richting, een abstracte neiging. Let op het verschil: "tend" beschrijft een persoonlijke gewoonte, terwijl "lean" een richting of een fysieke positie aangeeft. Nog een voorbeeld met "tend":
Tenslotte, "lean" kan ook gebruikt worden in de context van mager zijn:
Dit gebruik van "lean" is echter wel heel anders dan de eerder genoemde voorbeelden. Het is dus belangrijk om naar de context te kijken.
Happy learning!