Thick vs. Fat: Het verschil in het Engels

"Thick" en "fat" lijken misschien synoniemen, maar in het Engels hebben ze een heel andere betekenis. "Fat" beschrijft iemand die overgewicht heeft, dus te veel vet op het lichaam heeft. "Thick" daarentegen beschrijft meestal iets dat dik of breed is, maar niet per se in relatie tot gewicht of lichaamsbouw. Het kan verwijzen naar de dikte van een object, een vloeistof of zelfs iemands haar.

Laten we eens kijken naar enkele voorbeelden:

  • Fat: "He's gotten quite fat since he stopped exercising." (Hij is behoorlijk dik geworden sinds hij gestopt is met sporten.) Hier beschrijft "fat" duidelijk overgewicht.
  • Thick: "The book is very thick; it has over 500 pages." (Het boek is erg dik; het heeft meer dan 500 pagina's.) Hier verwijst "thick" naar de fysieke dikte van het boek.
  • Fat: "That's a fat cat!" (Dat is een dikke kat!) Hier verwijst "fat" naar het overgewicht van de kat.
  • Thick: "She has thick, beautiful hair." (Ze heeft dik, mooi haar.) Hier beschrijft "thick" de dichtheid en dikte van het haar.
  • Thick: "The soup is too thick; I need to add some more broth." (De soep is te dik; ik moet nog wat bouillon toevoegen.) Hier beschrijft "thick" de viscositeit van de soep.

Het is belangrijk om te onthouden dat "fat" bijna altijd een negatieve connotatie heeft, vooral als het over mensen gaat. Het is beleefd om alternatieve woorden te gebruiken zoals "overweight" of "obese". "Thick" daarentegen is een neutraal woord dat geen negatieve lading draagt.

Happy learning!

Learn English with Images

With over 120,000 photos and illustrations