De Engelse woorden "wealth" en "riches" lijken misschien op elkaar, en ze betekenen allebei rijkdom, maar er zit wel degelijk een verschil in. "Wealth" verwijst over het algemeen naar een algemene staat van rijkdom, vaak uitgedrukt in financiële termen. Het gaat om de totale waarde van iemands bezittingen, inclusief geld, eigendommen en investeringen. "Riches", daarentegen, benadrukt meer de materiële aspecten van rijkdom; het gaat om luxe goederen, kostbare bezittingen en overvloed. Denk aan goud, diamanten, grote huizen, dure auto's – dat soort dingen.
Laten we eens kijken naar een paar voorbeelden om het verschil te verduidelijken:
"He inherited great wealth from his grandfather." (Hij erfde een grote rijkdom van zijn grootvader.) Hier verwijst "wealth" naar de totale financiële erfenis, niet specifiek naar bepaalde objecten.
"She flaunted her riches, wearing diamonds and furs." (Zij pronkte met haar rijkdommen, gekleed in diamanten en bont.) Hier beschrijft "riches" de zichtbare, materiële tekenen van rijkdom.
"Their wealth allowed them to travel the world." (Hun rijkdom stelde hen in staat om de wereld rond te reizen.) Weer is "wealth" een algemene term voor financiële middelen.
"The king amassed incredible riches throughout his reign." (De koning verzamelde ongelooflijke rijkdommen gedurende zijn regering.) Hier focust "riches" op de grote hoeveelheid aan kostbare bezittingen.
"True wealth lies in happiness and good health, not just money." (Ware rijkdom ligt in geluk en goede gezondheid, niet alleen in geld.) Dit voorbeeld laat zien dat "wealth" ook figuratief gebruikt kan worden.
"The pirate captain buried his riches on a deserted island." (De piraatkapitein begroef zijn rijkdommen op een verlaten eiland.) Hier worden de "riches" gepresenteerd als concrete, tastbare schatten.
Happy learning!