"Weather" en "climate," twee woorden die vaak door elkaar gehaald worden, maar toch een heel verschillende betekenis hebben. "Weather" beschrijft de toestand van de atmosfeer op een bepaald moment en op een bepaalde plaats. Denk aan temperatuur, regen, wind, sneeuw – alles wat je op een bepaalde dag kunt ervaren. "Climate," daarentegen, beschrijft het gemiddelde weerpatroon over een langere periode, meestal dertig jaar of meer, voor een specifiek gebied. Het gaat dus om de langetermijntrends in temperatuur, neerslag en andere weersomstandigheden.
Laten we dit met een paar voorbeelden verduidelijken:
- "The weather is sunny today." (Het weer is vandaag zonnig.) Hier beschrijven we de huidige situatie.
- "The climate in the Netherlands is temperate." (Het klimaat in Nederland is gematigd.) Hier praten we over het gemiddelde weerpatroon over vele jaren.
- "The weather forecast predicts rain tomorrow." (De weersverwachting voorspelt regen voor morgen.) Weer is iets dat constant verandert.
- "The climate is changing due to global warming." (Het klimaat verandert door de opwarming van de aarde.) Klimaatverandering verwijst naar een langetermijntrend.
- "We had terrible weather during our holiday." (We hadden vreselijk weer tijdens onze vakantie.) Dit beschrijft de weersomstandigheden gedurende een kortere periode.
- "A tropical climate suits me much better than a cold one." (Een tropisch klimaat past mij veel beter dan een koud klimaat.) Hier beschrijf je je voorkeur voor een bepaald klimaattype.
Het belangrijkste verschil is dus de tijdschaal: "weather" is kortdurend, "climate" is langdurend. Begrijpen van dit verschil is cruciaal voor een goed begrip van het Engels.
Happy learning!