Yield vs. Produce: Twee Engelse woorden die vaak verward worden

De Engelse werkwoorden 'yield' en 'produce' lijken misschien op elkaar, maar ze hebben toch verschillende betekenissen. 'Produce' betekent simpelweg iets maken of voortbrengen. 'Yield' daarentegen suggereert meer een resultaat als gevolg van een actie of proces. Denk aan een oogst: je produceert appels, maar de appelboom yields (levert op) appels. Het verschil zit hem in de nadruk: actie versus resultaat.

Laten we dit met een paar voorbeelden verduidelijken:

  • Produce: "The factory produces cars." (De fabriek produceert auto's.) Hier is de focus op de actie van de fabriek: het maken van auto's.

  • Yield: "The investment yielded a good return." (De investering leverde een goed rendement op.) Hier is de focus op het resultaat van de investering: het goede rendement.

Nog een paar voorbeelden om het verschil te illustreren:

  • Produce: "She produces beautiful paintings." (Zij produceert prachtige schilderijen.) De nadruk ligt op haar creatieve handeling.

  • Yield: "The experiment yielded unexpected results." (Het experiment leverde onverwachte resultaten op.) De nadruk ligt op de onverwachte uitkomst van het experiment.

  • Produce: "Farmers produce wheat and corn." (Boeren produceren tarwe en maïs.) Het gaat om de productiehandeling zelf.

  • Yield: "The land yields a bountiful harvest." (Het land levert een overvloedige oogst op.) De nadruk ligt op de overvloedige oogst als resultaat.

Een belangrijk verschil is ook dat 'yield' vaak gebruikt wordt in een meer figuratieve zin, zoals bij een rendement op een investering of het toegeven aan druk. 'Produce' wordt over het algemeen meer letterlijk gebruikt.

Happy learning!

Learn English with Images

With over 120,000 photos and illustrations